“We moeten tenminste kijken of we willen blijven!” stampvoet Jan-Peter Balkenende in de Treveszaal. “Ik wil dat al die mannen in het groen volgende maand thuis zijn!” stampvoet Wouter Bos terug. “Hè jongens, laten we er nou eens rustig over praten, we kunnen hier toch niet over vallen.” probeert André Rouwvoet de zaak nog te sussen. “Hou jij je erbuiten. Dit is voor de grote jongens!” briesen de twee terug. André zakt weer terug in zijn stoel. Hij kijkt Maxime Verhagen vragend aan. Die wijst op zijn papieren met opties en haalt zijn schouders op. Dan draait hij naar Eimert van Middelkoop die intussen kamp Holland aan het nabouwen is met de tandenstokers en de suikerklontjes op de tafel. Die schudt zijn hoofd. De discussie is een gelopen race.
† Weer een kabinet – 2007-2010
Ik schrijf niet vaak over politiek en aanverwante zaken. Ze houden me daarentegen zeker bezig. Zeker de veranderingen in de manier waarop politiek bedreven wordt. De machtsstrijd tussen PvdA en CDA die dit kabinet ten val heeft gebracht steekt dan ook. Niet omdat het een geweldig kabinet was, maar omdat de èchte opties niet overwogen werden. (Zie Maxime Verhagen.) En dat terwijl ik zeker weet dat er mensen aan alle zijden waren die dat hadden gewild.
Ja, beetje droeve situatie. Het laten vallen van een kabinet kan een legitieme laatste optie zijn wanneer de partijen echt niet meer met elkaar door een deur kunnen. De laatste, ultieme stok achter de deur om te voorkomen dat een partij bijvoorbeeld gewoon keihard haar afspraken kan negeren.
Maar terugkijkend op de kabinetten van het afgelopen decennium, lijkt het wel alsof het vaste prik is geworden. Ergens rond de drie jaar, gemiddeld, heeft men er blijkbaar gewoon niet zo’n zin meer in.
En na de volgende verkiezingen komen dan dezelfde partijen weer lekker bij elkaar, in iets andere verhoudingen..